Endoderm
Inleiding
Het endoderm bestaat uit 2 weefseltypen:
- Darmslijmvlies of afstammend daarvan, aangestuurd door de hersenstam.
- Glad spierweefsel, aangestuurd door de middenhersenen (zie hersenen).
Er zijn een aantal verschillen in het algemene verloop van deze twee programma's. Eerst wordt er ingegaan op het procesverloop van de hersenstam en onderaan is een korte samenvatting gegeven van het procesverloop van de middenhersenen.
De thema's van het endoderm (gele groep) en het ectoderm (rode groep) in hetzelfde weefsel of orgaan zijn meestal vergelijkbaar. Endodermale weefsels zijn evolutionair gezien veel ouder, de conflicten zijn directer, het individu sterft aan het gebeuren zelf. Het ectoderm is evolutionair veel jonger. Dit gaat meer over het functioneren van groepen en kuddes en de gevolgen van het gescheiden worden van elkaar. Het jonge dier dat wordt gescheiden van de kudde mist de zorg en bescherming van de groepsleden. Het feit van het afgescheiden zijn is op zich niet dodelijk, het kan in het algemeen wel water en voedsel vinden. Maar als het niet snel wordt teruggevonden, zal het uiteindelijk opgegeten worden door een roofdier of verhongeren omdat het niet meer bij de moeder kan drinken.
Naarmate je meer inzicht krijgt in de structuur van de biologische wetten, de evolutionaire achtergronden, de thema's en de functies van de weefsels en organen van de verschillende kiembladen, wordt de unieke interactie tussen dat alles steeds duidelijker. Het is een fascinerende ontdekkingsreis.
Algemene programma-verloop van hersenstam
Het endoderm is het oudste kiemblad en verzorgt de stofwisseling, dus de opname, verwerking en uitscheiding van zuurstof, water en voeding.
Thema: brokconflicten
Er zijn voedingsbrokken, waterbrokken, luchtbrokken en zintuigelijke "brokken". De bijbehorende programma's betreffen de biologische overleving van het individu: het leven wordt bedreigd door een gebrek aan de eerste levensbehoeften: men dreigt te stikken, uit te drogen of te verhongeren.
CA-fase (conflictactieve fase, stressfase)
Weefseltoename, tumorvorming, polyp
Symptomen: ongemerkt. Bij een intens en langdurig actief conflict kan het problemen geven, bv. een obstructie.
PCL-fase A (herstelfase A)
Normalisatie van de functie, afbouw van de tumor.
Symptomen: zwelling, pijn, koorts, (extreme) vermoeidheid en stinkend nachtzweet vanwege de afbouw van de cellen door schimmels of TBC-bacteriën. Eiwitten in de urine. Uitscheiden van etterig slijm met eventueel wat bloed.
Wanneer geen of onvoldoende schimmels of TBC-bacteriën aanwezig zijn, worden de nu overbodige cellen ingekapseld en afgesloten van de stofwisseling. Deze "tumor" zal de rest van het leven aanwezig blijven en kan jaren later alsnog tot diagnose "kanker" leiden.
Dr. Hamer: bij 40% van de diagnoses handelt het om dit soort oude gezwellen.
Bij een intense en/of langdurige stressfase is de herstelfase heftig en dit kan veel angst veroorzaken. Er is dan een grote kans op vervolgconflicten, bijvoorbeeld:
- Syndroom: mijn bestaan wordt bedreigd.
- Doodsangst: hieraan ga ik dood.
- Myocardaanval: dit is te heftig, dit kan ik niet aan, dit is teveel, ik trek dit niet.
- Aderen: de symptomen belemmeren mij. Bij aanhoudend conflict: mogelijk interne bloeding.
Vooral bij een combinatie van verschillende (heftige) endodermale programma's is continue fysieke, mentale en medische ondersteuning noodzakelijk.
EC (epileptische of epileptoïde crisis)
(Sterke) pijnen, rillingen en koudzweet, plotseling(e toename van) bloedverlies en/of bloederig slijm/etter.
Vaak gaan deze processen vrijwel ongemerkt voorbij en vindt men bij onderzoek bloed in de ontlasting. Als men terug denkt aan de periode daarvoor, dan zat men vaak wat laag in de energie, had last van nachtelijk zweten en eventueel wat losse stoelgang.
PCL-fase B (herstelfase B)
Afnemende symptomen, uitscheiding van het afgebouwde weefsel. Eventueel trekkende pijn.
Omdat er in alle endodermale weefsels gedurende de herstelfase iets meer wordt afgebouwd dan er in de stressfase is opgebouwd, vermindert het weefsel in het betreffende orgaan gestaag.
Voorbeelden:
- Longemfyseem.
- Traag werkende schildklier.
- Syndroom van Sjögren: traanklieren, speekselklieren.
Hangende genezing of vele terugvallen in de PCL-B fase: toenemende aanwezigheid van littekenweefsel/bindweefselvorming.
Voorbeelden:
Opmerkingen
- Op een CT-scan van o.a. de lever, de longen en de pancreas zijn vaak één of meerdere donkere vlekken zichtbaar. Vocht tekent zich donker af en dit zijn dus de genezingszwellingen. Bij 1 vlek is men bang voor het verhongeren van 1 persoon, bij 2 voor 2 personen, etc. Zijn er vele vlekken zichtbaar, dan vreest men voor de eigen overleving.
- In de herstelfase wordt altijd iets meer afgebouwd dan in de stressfase is opgebouwd. Daardoor ontstaan holtes in het weefsel waar het programma gelopen heeft. In aanwezigheid van het syndroom vullen deze holten zich eveneens op met vocht en kunnen er op de CT-scan uitzien als "tumoren".
Betekenis van de symptomen aan de linker- of rechterkant in de mond, de neus, de keel, de ogen en de oren.
Evolutionair gezien stammen wij af van een ringvormig diertje, zie het rechter plaatje in de figuur hieronder. In de vroegere "muil" (gullet) werden voedingsstoffen ingespeekseld en gingen via de rechter kant het maagdarmkanaal in. Aan de linker kant kwamen de afvalstoffen de muil in en deze werden ingespeekseld om uitgespuugd te worden.
In de huidige mond-, keel-, neusholten, ogen en oren vinden we deze oude principes nog terug in de conflictthema's: programma's aan de rechterkant duiden op iets dat men wil maar niet krijgt en aan de linkerkant op iets wat men tegen wil en dank heeft gekregen en niet kwijt kan raken.
Op een gegeven moment in de evolutie is de ringvorm afgebroken aan de linkerzijde van de muil en vormde zich daar de anus. De zenuwen die de weefsels en organen aan de gehele linker (uitgaande) kant van de darmen aanstuurden, werden afgebroken en moesten via het ruggenmerg opnieuw met de hersenen worden verbonden.
Tijdens de embryologische ontwikkeling worden versneld alle stadia van de evolutie doorlopen: de ééncellige, de meercellige, de ringvorm, het vissenstadium (zie kieuwboogangen) tot er uiteindelijk een menselijke foetus ontstaat.
In de figuur hieronder links is de menselijke embryonale vorm weergegeven. Ongeveer 3 maanden na conceptie zijn alle organen en weefsels in aanleg aanwezig en begint de foetus te groeien, zie ook het proces van conceptie, zwangerschap en geboorte.
Kwaliteiten van de endodermale cellen
Alle endodermale cellen en weefsels stammen af van het darmslijmvlies.
Er zijn vijf kwaliteiten te onderscheiden, elk met een specifieke functie:
- Secretorisch type: productie verteringssappen, vertering van de brok. Bloemkoolvormige weefselgroei voor verhoogde productie van verteringssappen. Deze worden ook wel poliepen genoemd.
- Resorptieve type: opname van de brok. Vlakgroeiende weefselgroei voor verbeterde opname. Veroorzaken een verdikte darmwand.
- Sensorisch type: kwaliteitscontrole. Nut: zo snel mogelijk naar buiten werken van de gevaarlijke, verkeerde brok. In het bovenste, ingaande gedeelte van het maagdarmkanaal keert de peristaltiek (voortbeweging brok door de darmspieren, zie hieronder: motorische type) om en in het onderste, uitgaande gedeelte wordt hij versneld. Resultaat: overgeven en diaree.
- Motorisch type: voortbewegen van de brok. Geven kolieken in de crisis.
- Excretorisch type: uitscheiding "afvalbrokken", met name in de dikke darm, productie van ontlasting.
De thema's van de diverse kwaliteiten in een bepaald orgaan of weefsel zijn hetzelfde of zeer vergelijkbaar. De details van de conflictinhoud bepalen de betrokkenheid van de verschillenden kwaliteiten.
Algemene procesverloop van de middenhersenen
Thema
Brokconflicten, met name voedingsbrokken.
CA-fase
Toename van de spierspanning en de hoeveelheid glad spierweefsel, ongemerkt.
PCL-fase
Normalisatie van de spierspanning, de extra opgebouwde spiercellen worden niet afgebouwd!
EC
Kolieken
Constellaties van de hersenstam: het denken wordt uitgeschakeld
- Nierverzamelbuisconstellatie: niet helder kunnen denken, op de plaats willen blijven, verwarring en desoriëntatie t.a.v. plaats, tijd en persoon. Dit laatste is typerend voor de nierverzamelbuizen.
- Andere constellaties: apathie, niet helder kunnen denken, verwarring.