Slokdarm, onderste 1/3e deel
Zie ook: diepliggend mondslijmvlies, diepliggend neus- en keelslijmvlies, mond- en keelslijmvlies.
Thema
Een (voedsel)brok te pakken hebben maar niet in kunnen slikken (rechts), dus iets in willen slikken maar dat kan of mag niet. Vaak betreft het een huis of auto of iets dergelijks, waarvan bijvoorbeeld de koop onverwachts niet door gaat.
Het bovenste 2/3 gedeelte van de slokdarm is bekleed met plaveiselepitheel van het ectoderm: het oppervlakkige slokdarmslijmvlies. In dat geval gaat het om iets dat je wordt opgedrongen, het word je tegen je wil door de strot geduwd. Je wilt het dus het liefst uitspugen, kwijtraken.
CA-fase
Functieverhoging, celtoename van het slokdarmslijmvlies voor betere vertering.
Biologisch nut
Voedingsbrok beter in kunnen slikken, beter kunnen verteren.
- Cellen van de secretorische kwaliteit: betere vertering van de brok door bloemkoolachtige weefseltoename voor de productie van meer verteringssappen.
- Cellen van de resorptieve kwaliteit: de inhoud van de brok beter kunnen controleren en opnemen. Vlakgroeiende weefseltoename.
Symptomen
Geen, bij langdurig of intens conflict mogelijke versmalling van de slokdarm door weefselgroei van het secretorische type, wat het slikken bemoeilijkt.
PCL-fase
Normalisatie van de functie. Afbouw van de extra cellen door schimmels of tbc-bacteriën, indien aanwezig.
Symptomen
Extreme vermoeidheid en stinkend nachtzweet, pijn achter het borstbeen, koorts, stinkende mond. Door genezingszwelling (meer) moeite met het inslikken van vast voedsel, wordt veel erger bij met syndroom. Gevaar voor ongemerkt bloedverlies, let op zwarte ontlasting!
Bij acute bloeding: operatie.
EC
Sterke pijn, opgeven bloed, rillingen.
Vele terugvallen: vergrote en vergroeide bloedvaten in slokdarmslijmvlies, bloedvat-littekenweefsel.