Hersenen 

Algemene proces in de hersenen

Inslag, het Dirk Hamer Syndroom (DHS)

Ontstaan van een Hamerse Haard (HH).

CA-fase of Conflictactieve fase (stressfase)

Concentrische ringen zichtbaar op de CT-scan, alsof een steentje in het water wordt gegooid. Het is een energetisch gebeuren: iets is langs gekomen en er is een spoor zichtbaar, zoals voetstappen in de sneeuw. In het centrum van de concentrische ringen wordt nu een zinvol biologisch speciaal-programma geïnitieerd (biologische associatie, zie eerste biologische wet). 

Oplossing of conflictolyse (CL)

Ontstaan hersenoedeem in de HH.

PCL-fase A of Postconflictolyse fase A (herstelfase A)

Op de plaats van de concentrische ringen ontstaat vocht (hersenoedeem). Er zijn nu donkere plekken te zien op de CT-scan. 

Epileptische of epileptoïde crisis (EC)

Het vocht in de HH wordt uitgeperst en er wordt een begin gemaakt met het opvullen met gliaweefsel (bindweefsel in de hersenen). Dit gebeurt van buiten naar binnen. Het gliaweefsel is beter doorbloed en kan dan op een CT-scan zichtbaar zijn als een lichte of witte ring aan de buitenkant van de HH. Dit wordt vaak gediagnostiseerd als een hersentumor. 

De crisis kan ook gediagnosticeerd worden als een hersenbloeding of een herseninfarct. Of het gezien wordt als een hersentumor, een hersenbloeding of een herseninfarct hangt af van wat er te zien is op de scan, de symptomen en andere klachten of diagnosen. 

PCL-fase B of Postconflictolyse fase B (herstelfase B)

De HH wordt verder opgevuld met gliaweefsel. Aan het einde van het proces is er op een CT-scan een lichtere plek te zien op de plaats waar het conflict gelopen heeft. Ook dit kan als een hersentumor gediagnosticeerd worden.
Als het conflict niet meer getriggerd wordt, zal deze lichte plek na verloop van tijd verdwijnen.

Alle symptomen en diagnosen in de hersenen gedurende en na afloop van het proces hebben te maken met de activiteiten van een Hamerse Haard.

Ende programma

Als het programma beëindigd is, blijft de Hamerse Haard zichtbaar als een wat verschoten lichtere plek.

Structuur

De hersenen kunnen in twee delen opgesplitst worden en deze kunnen elk ook weer in tweeën opgedeeld worden, zie ook de afbeelding hieronder:

• Oude hersenen, bestaande uit de hersenstam, de middenhersenen en de kleine hersenen
  

• Nieuwe of grote hersenen, bestaande uit de witte stof van de grote hersenen (medulla) en de hersenschors (cortex) 

Functie en programma's

De functie van de oude hersenen en de manier waarop deze de bijbehorende organen en weefsels aanstuurt, verschilt sterk van die van de nieuwe hersenen. Ze stammen ook uit een totaal verschillende periode in onze evolutionaire ontwikkeling. De afbeelding hieronder geeft de algemene kenmerken weer van het proces in de oude hersenen en in die van de nieuwe of grote hersenen.

Relais (controlecentra) van organen en weefsels in de hersenstam

In de structuur van de relais in de hersenstam kan het oude ringvormig diertje nog terug gevonden worden, zie ook endoderm.

Relais van organen en weefsels in de kleine hersenen (cerebellum)

Vanaf de kleine hersenen zijn de hersenen en organen gekruist, zie ook oud mesoderm. Dat wil zeggen dat de linkerkant van het lichaam wordt aangestuurd door de rechter hersenhelft en andersom. De concentrische ringen van het zorg-strijd-nestconflict dat zijn weerslag heeft in de rechter borst zit dus links in de hersenen (1) en die van het aanvalsconflict, dat zich uit aan de linkerkant van de buik, zit rechts in de hersenen (6). 

1.  Borstklier rechter borst
2.  Borstklier linker borst
3.  Onderhuid linker lichaamshelft
4.  Onderhuid rechter lichaamshelft
5.  Buik- en borstvlies rechter lichaamshelft
6.  Buik- en borstvlies linker lichaamshelft
7.  Rechter hartzakje
8.  Linker hartzakje

Relais van de organen en weefsels in de witte stof van de grote hersenen (medulla)

De relais in de medulla controleren de botten, de pezen, de spieren, de gewrichten, het bindweefsel, het vetweefsel, de lymfeknopen en -vaten en de bloedvaten op een bepaalde plaats in het lichaam.  De exacte inhoud van de eigenwaarde inbreuk bepaalt welk lichaamsdeel is aangedaan en welk weefsel in dat lichaamsdeel, zie nieuw mesoderm.

  1.  Schedel rechter kant
  2.  Schedel linker kant
  3.  Nek rechter kant
  4.  Nek linker kant
  5.  Rechter hand en vingers
  6.  Linker hand en vingers
  7.  Rechter arm en elleboog
  8.  Linker arm en elleboog
  9.  Rechter schouder
10.  Linker schouder
11.  Linker hartspier (myocard)
12.  Rechter hartspier (myocard)
13.  Rug, rechter kant
14.  Rug, linker kant
15.  Bijnierschors, rechter kant
16.  Bijnierschors, linker kant
17.  Rechter heup
18.  Linker heup
19.  Rechter knie
20.  Linker knie
21.  Rechter voet en tenen
22. Linker voet en tenen
23.  Rechter teelbal/eierstok-linker
       nierparenchym (2 cm lager)
24. Linker teelbal/eierstok-linker
      nierparenchym (2 cm lager)
25.  Milt (2 cm lager)

Uitzonderingen 

• Door de evolutionaire draaiing van het hart wordt de linker hartspier door de linker hersenhelft aangestuurd en de rechter hartspier door de rechter hersenhelft.

• Nierparenchym niet gekruist, parenchym linker nier wordt door de linker hersenhelft aangestuurd en die van de rechternier door de rechter hersenhelft.

Relais van organen en weefsels in de hersenschors (cortex)

Zie ook ectoderm.

  1.  Schildklierafvoergangen en
       kiewbooggangen rechts
  2.  Schildklierafvoergangen en
       kiewbooggangen links
  3.  Tandglazuur tanden rechts
  4.  Tandglazuur tanden links
  5.  Alpha-eilandjes pancreas
  6.  Beta-eilandjes pancreas
  7.  Innervatie strottenhoofdspieren
  8.  Innervatie bronchiale spieren
  9.  Strottenhoofdslijmvlies
10.  Bronchiale slijmvlies
11.  Kransaderen, menstruation/eisprong,
       baarmoederhals, vagina
12.  Kransslagaderen, penis/clitoris,
       zaadbal en -gangen
13.  Rectumslijmvlies
14.  Galblaas, lever- en pancreasgangen
15.  Nierbekken, blaas en urinewegen
       rechts
16.  Nierbekken, blaas en urinewegen
       links
17.  Linkerhelft netvlies oog
18.  Rechterhelft netvlies oog
19.  Linkerhelft glasachtig lichaam oog
20.  Rechterhelft glasachtig lichaam oog
21.  Spierinnervatie rechter been en voet
22.  Spierinnervatie linker been en voet
23.  Opperhuid rechter been en voet
24.  Opperhuid linker been en voet
25.  Beenvlies rechter been en voet
26.  Beenvlies linker been en voet

Uitzondering

Bij de ogen gaat het niet om het rechter- of linkeroog maar om de linker- of rechterhelft van het netvlies of glasachtig lichaam in beide ogen. Deze zijn ook niet gekruist, want de linkerhelften van zowel het glasachtig lichaam als het netvlies worden gecontroleerd door het relais in de linker hersenhelft. Echter de linkerhelft van beide ogen kijken naar rechts en de rechterhelft naar links. Degene naar wie gekeken wordt, is van belang: moeder/kind of een 3e (sociale kant, zie biologische handigheid). 

Evolutie en de delen van de cortex

The cortex is verdeeld in 5 delen:

• Post-sensorische Cortex
• Pre-motor sensorische Cortex
• Sensorische Cortex
• Motorische Cortex
• Visuele Cortex

Voordat de ringvorm brak, bestond de cortex uit 2 delen: de post-sensorisch cortex en de pre-motorische sensorische cortex. Ze vormden een geheel.
Nadat de the ring brak, zijn de motorische cortex en de sensorische cortex als een wig tussen oude 2 delen ingevoegd om de nieuwe weefsels van de opperhuid en de spieren aan te sturen. 

Meer informatie hierover tijdens online workshop "BN Compleet".

Voor de life versie hiervan zie de agenda van de live workshops. De inhoud is dezelfde als beschreven bij de online workshop.